Den Haag - nieuwe Mauritshuis - tento Rothko & Memento Mori

Den Haag – Mauritshuis – Rothko – Memento Mori

Van Hollandse traditie tot spirituele transcendentie
 
We tasten de grenzen van het menselijke esthetische gevoel af. Van de traditionele Hollandse iconografie bij Vermeer, Rembrandt en anderen,  gaan we naar de werken van Mark Rothko (1903-1970). Als je tegenover de doeken staat, voel je hoe je zijn wereld ingezogen wordt. De kleurvelden, opgebouwd uit zinderende verflagen, zijn van een ongekende intensiteit en verbeelden universele gevoelens als angst, extase, tragiek en euforie.
Tot slot staan we nogmaals stil bij de werken van Damien Hirst, Bresdin en Odilon Redon, op een tentoonstelling met als thema ‘Memento mori’.
Bresdin en Redon zagen de dood als een ongrijpbaar mysterie, terwijl het thema bij Hirst veel minder dreigend en waarschuwend aanwezig is. Hij gaat in zijn werk uit van een hedendaagse opvatting waarin de dood dankzij medische ingrepen steeds meer kan worden uitgesteld. 

 
Mauritshuis - Het gebouw


Nu de deuren van het Mauritshuis weer open gaan, is dit hét moment om bezoekers meer te vertellen over het pand waarin ze verwelkomd worden.
In de openingstentoonstelling ‘Mauritshuis - het gebouw’ wordt teruggeblikt op de rijke geschiedenis en illustere bewoners en gebruikers van het pand dat sinds 1644 als icoon van Den Haag aan de Hofvijver staat. Het Mauritshuis is één van de bekendste classicistische gebouwen van Nederland. Het vormt samen met het Paleis op de Dam één van de belangrijkste bouwprojecten van Jacob van Campen, sterarchitect van zijn tijd. Graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) vroeg hem samen met zijn assistent Pieter Post, voor de bouw van het naar hem vernoemde woonhuis, het huidige Mauritshuis.
 
De thematische presentatie belicht de vele facetten van het Mauritshuis. Tekeningen, schilderijen en prenten vertellen over de totstandkoming van het pand, de brand in 1704, de eerste museale inrichting uit 1822 en het huidige bouwproject dat het museum geschikt maakt voor de 21e eeuw.
 
Het Mauritshuis toont het beste van de Nederlandse schilderkunst uit de Gouden Eeuw. In het hart van Den Haag bevindt zich de compacte, maar wereldberoemde collectie. Meesterwerken als Vermeers Meisje met de parel, De Anatomische les van dr. Nicolaes Tulp van Rembrandt, Het Puttertje van Fabritius en De Stier van Potter zijn permanent te zien in de intieme museumzalen van het zeventiende-eeuwse monument.

Ruim tweehonderd topstukken van Hollandse en Vlaamse meesters hebben hun plaats in het klassieke interieur dat door de zijden wandbespanning, fonkelende kroonluchters en monumentale plafondschilderingen een aangename sfeer ademt. Interieurs van Jan Steen, landschappen van Ruysdael, stillevens van Coorte en portretten van Rubens geven een rijk en gevarieerd beeld van de schilderkunst uit de zeventiende eeuw.
In de Royal Dutch Shell Vleugel, ondergronds verbonden via de foyer met brasserie en museumshop, presenteeert men een wisselend tentoonstellingsprogramma. Deze museumvleugel in Art-Deco architectuur biedt bovendien ruimte aan educatieve activiteiten
 

Tentoonstelling Mark Rothko in Gemeentemuseum

Van blozend roze en jubelend geel, tot knallend blauw en somber zwart. Wanneer je voor de immense doeken van Mark Rothko (1903-1970) staat, voel je hoe je zijn wereld ingezogen wordt.

De kleurvelden, opgebouwd uit zinderende verflagen, zijn van een ongekende intensiteit en verbeelden universele gevoelens als angst, extase, tragiek en euforie. Rothko was een intense kunstenaar die alles gaf en zoals vaker met grote kunstenaars, een moeilijk leven kende; gevoed door de ontgoocheling die de wereldoorlogen teweeg hadden gebracht en geteisterd door depressie. Een getormenteerde ziel die tot grootse kunst in staat was, en mensen tot op de dag van vandaag hiermee troost en verwondert.

De tentoonstellingen van de Amerikaanse kunstenaar trekken een groot publiek en op veilingen levert zijn werk recordbedragen op. Het Gemeentemuseum Den Haag kondigde met trots een nieuwe tentoonstelling van de kunstenaar aan,  meer dan veertig jaar na de laatste presentatie van Rothko in Nederland. Een unieke mogelijkheid om te genieten van Rothko’s werk, de tentoonstelling is enkel in Den Haag te zien en zal niet doorreizen.

Rothko’s schilderstijl vanaf de jaren vijftig, ook wel classic style genoemd, maakte hem wereldberoemd. De interactie met de bezoeker was voor Rothko van groot belang. Een overweldigende emotionele ervaring, voor zowel de kunstenaar als het publiek was voor hem de sublieme vorm van inspiratie, een aan het religieuze grenzend gevoel. ‘Mensen staan voor mijn schilderijen te huilen, omdat ze dezelfde spirituele ervaring hebben als ik had, toen ik het schilderde’. Rothko was niet de eerste abstract kunstenaar voor wie het spirituele aspect belangrijk was, ook kunstenaars als Mondriaan en Kandinsky zagen hun werk als een geestelijke oefening. Wel was hij de eerste die de emotie centraal zette, binnen de tot nog toe tamelijk afstandelijke abstracte kunst.
In de tentoonstelling komt de classic style uitgebreid aan bod, maar er wordt ook aandacht besteed aan het vroege werk, dat minder vaak wordt getoond. Recent onderzoek naar Rothko’s overgangsperiode toont aan dat hij vanuit een soort fauvistisch realisme een zeer eigen vorm van surrealisme ontwikkelde om daarna voor volledige abstractie te kiezen.

Het Gemeentemuseum Den Haag is de uitgelezen plek om de ontwikkeling van zijn werk te tonen. Het museum herbergt immers de grootste collectie Mondriaan ter wereld en deze kunstenaar heeft als geen ander een heel duidelijke weg naar abstractie afgelegd. Alhoewel Rothko het in eerste instantie niet leuk vond dat zijn werken door een kunstcriticus ‘blurry Mondrians’ werden genoemd, was Mondriaan wel een van zijn inspiratiebronnen. Hij noemde hem zelfs ‘de meest sensuele schilder die hij kende’, daarmee doelend op het kleurgebruik van de Nederlandse kunstenaar.

In de tentoonstelling zullen de overeenkomsten én verschillen in de ontwikkeling van de twee belangrijkste eerste en tweede generatie pioniers van de abstracte kunst voren komen. Ook blijven de verschillen, voornamelijk in het formaat en compositie, tussen Europese en Amerikaanse abstracte kunst zeker niet onderbelicht.

Mark Rothko, geboren als Marcus Rothkowitz, was van Joods-Russische afkomst en groeide vanaf zijn tiende op in Amerika. Niets in zijn afkomst of familie lijkt hem te hebben voorbestemd om kunstenaar te worden.
Hij kwam dan ook pas relatief laat en min of meer toevallig tot de ontdekking dat schilderen iets voor hem zou kunnen zijn. Hij volgde enkele opleidingen, maar is zichzelf altijd voornamelijk als autodidact blijven zien.
De laatste jaren van zijn leven stonden in het teken van een verslechterde fysieke en geestelijke gezondheid. Het kleurgebruik van de kunstenaar werd in die laatste periode somberder en donkerder.
In 1970 maakte hij een einde aan zijn leven. 

Memento mori – Damien Hirst
In dialoog met Rodolphe Bresdin en Odilon Redon
 

Damien Hirst (1965) heeft niet alleen een fascinatie voor de dood, hij put voor zijn werken ook graag inspiratie uit klassieke thema’s en voorbeelden uit de kunstgeschiedenis.

In het Gemeentemuseum was dit eerder al te zien binnen de tentoonstelling De anatomische les, maar de warme band met de kunstenaar spreekt ook uit een nieuwe tentoonstelling in The Vincent Award Room: Memento mori. Aan de hand van dit zware thema – de Latijnse uitdrukking betekent ‘gedenk te sterven’ – gaat een serie van Hirsts etsen, uit de collectie van The Monique Zajfen Collection, met als titel Memento (2008) een dialoog aan met werken van Rodolphe Bresdin (1822-1885) en zijn leerling Odilon Redon (1840-1916) uit de collectie van het Gemeentemuseum. Bresdin en Redon zagen de dood als een ongrijpbaar mysterie, terwijl het thema bij Hirst veel minder dreigend en waarschuwend aanwezig is. Hij gaat in zijn werk uit van een hedendaagse opvatting waarin de dood dankzij medische ingrepen steeds meer kan worden uitgesteld. 
 
De voortdurende nabijheid van de dood en de betrekkelijkheid van het aardse: wie kunstwerken door de eeuwen heen bekijkt, ziet het thema Memento Mori met grote regelmaat terug. Vooral in de zeventiende eeuw werden er veel schilderijen gemaakt over de leegheid van het aardse leven. Niet alleen schedels staan voor deze symboliek, maar bijvoorbeeld ook verwelkte bloemen, klokken of gedoofde kaarsen. Maar ook in de eeuwen die volgden, is dit thema een grote inspiratiebron gebleken.

De met diamanten bezette schedel ‘ For the Love of God’ (2007), zoals in 2008 getoond door het Rijksmuseum, is een iconisch werk van Damien Hirst. Voordat hij deze heeft gerealiseerd, heeft hij echter een serie schetsen gemaakt. Op een van deze schetsen schreef hij de titel ‘Death Explained’. Hij toont vergankelijkheid op een meer klinische wijze, waarin verval geen angst of berusting voor de dood oproept. De schedels die zijn afgebeeld in Hirst’s etsen Memento herinneren aan de dood, ze geven een laatste beeltenis van een gezicht. De vlinders in deze serie staan door hun korte levensduur symbool voor de vergankelijkheid. Hirst kiest voor vlinders omdat ze aan herschepping refereren. De kleurrijke, gespreide vleugels begeleiden de schedels in een regelmatig patroon dat oneindigheid suggereert.
 
Bresdin was een Franse tekenaar, lithograaf en graveur. Zijn etsen en tekeningen kenmerken zich door gedetailleerde en technische precisie. Zijn leerling Redon, een symbolist, toont zijn innerlijke gevoel aan de hand van dromerige voorstellingen en imaginaire schepsels.

Voor deze tentoonstelling is een aantal prenten van Bresdin en Redon met de dood als centraal thema geselecteerd. Door hun macabere en morbide sfeer roepen ze beelden op die doen denken aan nachtmerries. Door deze werken in dezelfde ruimte onder te brengen als de etsen van Damien Hirst ontstaat een verrassende en spannende confrontatie.   
 
The Vincent Award & The Monique Zajfen Collection
 
‘The Vincent Van Gogh Biennial Award for Contemporary Art in Europe’, kortweg The Vincent Award, is de belangrijke tweejaarlijkse prijs voor Europese hedendaagse kunst. De prijs bestaat sinds 2000 en is een initiatief van The Broere Foundation ter nagedachtenis aan Monique Zajfen, een geliefde vriendin van de Broere familie en voormalig eigenaar van ‘Gallery 121’ in Antwerpen. Aan The Vincent Award is de ‘Monique Zajfen Collection’ gekoppeld. Het fundament van deze collectie bestaat uit aankopen van werken van winnaars van The Vincent Award, uitgebreid met andere aankopen op het gebied van hedendaagse kunst. De collectie is in langdurig bruikleen van het Gemeentemuseum.
 

Deze site maakt gebruik van cookies om de site optimaal te laten werken.

Cookies zijn kleine bestanden die gebruikt worden om de instellingen van deze site te bewaren. Cookies vertellen ons niet wie je bent.